top of page

Grondgebonden boeren in De Lege Midden

Bijgewerkt op: 28 dec. 2023

In gesprek met Sjoerd Miedema, mede-eigenaar van De Nije Mieden.

Koeien lopen over de straatweg, naar hun stal.


“Zuivel en vlees van grasgevoerd vee zijn gezonder voor de mens”


Een veelgehoord ideaal binnen de landbouwsector is de grondgebonden veehouderij. Wat betekent dat voor een melkveehouder?

Dat je alleen voedsel voor je koeien van eigen land haalt. De meeste boeren voeren hun koeien nogal wat bij, bijvoorbeeld: maïs, bieten, soja, bierborstel en aardappelen. Wij proberen het anders te doen, een kringloop te creëren.


Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

Ons boerenbedrijf De Nije Mieden is sinds 2015 SKAL gecertificeerd en dus biologisch. Dat betekent onder meer dat we geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken. Daarnaast kiezen we er zelf voor om onze koeien geen krachtvoer te geven. Ze krijgen alleen wat geplette gerst, aangevuld met mineralen, om ze de melkstal in te lokken. Verder moeten ze melk geven, puur van het gras dat in onze landerijen groeit.

De kwaliteit van dat gras is daarom erg belangrijk voor onze productie. En natuurlijk wordt die kwaliteit weer bepaald door de bodem waarop het gras groeit.


Hoe is de bodem van jullie land?

Wij zitten helaas op moeilijke grond. Het grootste gedeelte bestaat uit knipklei op veen en het is niet voor niets dat hier vroeger voornamelijk koeien werden gehouden. Gras was het enige gewas dat er wilde groeien.

De kwaliteit van het gras was niet zo hoog als in de kleigebieden van Noord Nederland. Daardoor verkeerden die koeien hier van oudsher in een minder goede gezondheid. Daar staat tegenover dat ze vroeger een ander, robuuster ras gebruikten. Deze koeien hadden niet zoveel voedingsstoffen nodig als de huidige hoge productie Holstein Frisians, en daardoor ging het allemaal net.

Dat de grond hier vroeger niet zo in trek was, zie je ook aan de bebouwing. Er staan hier nergens van die statige oude boerderijen.


Hoe doe je dat dan, boeren in De Lege Midden?

Vanaf de jaren tachtig veranderde het drassige veenlandschap. Het grondwaterpeil werd kunstmatig verlaagd. Op de drogere weilanden groeide het gras beter en je kon er met grote landbouwmachines op rijden.

De matige kwaliteit van de bodem werd meer dan gecompenseerd door diepte-ontwatering: Het veen oxideerde, de organische stof kwam vrij en daarmee de stikstof, waardoor het gras explosief kon groeien. Bovendien werd het veevoer in de fabriek exact op de behoefte van de nieuwe koeien afgestemd.

Zo hebben wij jarenlang geboerd. De adviseur berekende het rantsoen van ons vee en wij kochten het. In de zekerheid dat we er aan zouden verdienen! Dit was de basis van een relatief gemakkelijke bedrijfsvoering. Dankzij de gegarandeerde cashflow konden we bovendien gemakkelijk geld lenen voor uitbreiding.


Waarom doen jullie het nu anders?

Toen we biologisch werden, raakten we ons steeds meer bewust van de relatie tussen gezondheid en een natuurlijker bedrijfsvoering. Zo is zuivel en vlees van grasgevoerd vee aantoonbaar gezonder voor de mens, dan dezelfde producten van dieren die zijn gevoerd met soja, maïs, aardappelen, melasse enzovoort. Bovendien moeten koeien nu eenmaal weiden. Het zijn grazers!


Wat zijn de gevolgen van jullie keuze?

De melkproductie kelderde. Dit komt deels door de beslissing om onze Holstein Frisians met robuustere rassen te kruisen. Maar ook deze koeien zouden meer melk kunnen geven op een uitgebalanceerd dieet met krachtvoer. Er bestaat ook biologisch krachtvoer, maar daar willen we niet aan: wij kiezen bewust voor grasgevoerd vee.

Behalve een lage melkproductie heeft dit echter ook nog andere consequenties. Zo is de minerale samenstelling van het gras in onze weiden niet zo gunstig. Onze koeien hebben bijvoorbeeld gauw last van magnesium- en kopergebrek. Om dat te voorkomen krijgen ze deze mineralen bijgevoerd. Anders worden ze ziek. Seleniumgebrek zorgt bovendien voor problemen bij de bevalling.


Zijn er oplossingen voor deze mineralentekorten?

Uit voorzorg dienen we de koeien tijdens de zwangerschap injecties met selenium toe.

Maar het is zaak de minerale samenstelling van onze gronden te verbeteren, of in ieder geval de opneembaarheid van die mineralen.

Als erfenis van onze intensieve periode, zitten we opgescheept met een te hoog kaliumgehalte in de grond. Onze landerijen zijn namelijk jarenlang maximaal bemest.

Een hoog kaliumgehalte heeft grote nadelen: het veroorzaakt een milieu waarin andere noodzakelijke mineralen slecht door de plant worden opgenomen.

Door onze huidige extensieve bedrijfsvoering en door minder te bemesten, komt de

mineralensamenstelling gelukkig steeds meer in balans. Ons geduld wordt hierbij echter wel op de proef gesteld, want het is een jarenlang proces.






bottom of page